Otters in de beek
Vorige week liep ik samen met René langs de beek in Limburg waarlangs de vorige weken drie keer een otter werd gezien. WAUW, de otter is terug in Vlaanderen lazen we de dag nadien! Velen voegden er meteen aan toe dat het dus goed gaat met onze natuur.
In ons waadpak door de beek struinend, waande ik me echter niet in een maagdelijk schoon otterparadijs, neen het rook hier naar de riool. Het had de nacht voordien hard geregend wat de overstorten had doen werken, waardoor riool- én regenwater collectief in de otterbeek gestort werden. Was dit te vermijden?
Wateroverlast krijgen we niet alleen door het smelten van de ijskappen
De feiten liegen er niet om: aan het huidige tempo van rioleringswerken raken we zelfs niet klaar tegen 2027, de ultieme deadline van Europa. Eerder in 2050 zullen we de zuiveringsgraad bereiken die ze in Nederland, Frankrijk en Duitsland al in de jaren 1990 bereikten.
Zal de schelde (hier nabij Doel) pas terug helemaal gezuiverd zijn in 2050?
Hoe ik hiertoe kom…
De officiële zuiveringsgraad, dat wil zeggen het % Vlaamse straten waarvan de riolering aangesloten is op een (gemengde) afvalwatercollector (verbonden met een zuiveringsstation), bedraagt nu ongeveer 75%.
75% Van de Vlaamse huizen staan dus in een straat waarvan de riolering naar een zuiveringsstation loopt. Dat wil echter helemaal niet zeggen dat het afvalwater van 75% van de Vlaamse huizen gezuiverd wordt!
-
Ten eerste lekken bijna alle riolen van vóór de jaren '70 als een zeef, omdat er nog geen adequate voegdichtingen bestonden. Veel afvalwater dat in se aangesloten is op het rioolnet lekt zo via de voegen weg in de grond en wordt dus eveneens niet gezuiverd. Meer nog, er wordt systematisch, zowel door de gemeenten die zelf hun rioolnet beheren als door de gemeenten die hun rioolbeheer uitbesteden aan een intercommunale of drinkwaterbedrijf, ongeveer de helft minder gerenoveerd, dan het minimum dat nodig is om de rioolnetten veilig te houden, lees: om ervoor te zorgen dat de netten niet systematisch beginnen in te storten. Er staan ons dus nogal wat peperdure verzakkingen te wachten.
-
Ten tweede zijn heel wat huizen niet aangesloten op de riolering in hun straat, maar lozen op een sterfput of op een gracht achteraan. VMM beweert dat dat cijfer in landelijke gemeenten kan oplopen tot 20%. Dit door gedoogbeleid omtrent de aansluitingsplicht door lokale apparatsjik burgemeesters, die rioleringswerken iets vinden voor de volgende (politieke) generaties. Europa ligt plots ver weg van de boerenbuiten.
-
Ten derde zijn drie kwart van onze riolen nog altijd gemengd zodat er overal op de grote riolen en op de collectoren, overstorten staan die bij hoge neerslag rechtstreeks storten naar de waterlopen. Ook dat afvalwater wordt niet gezuiverd. Hemelwater lozen op riolering is de snelste weg naar wateroverlast. Er is immers geen snellere manier om water naar de valleien te brengen, dan in buizen. Hemelwater lozen op riolering vergt bovendien grotere en dus dure hemelwaterriolen en bufferbekkens. Het is daardoor een kostelijke aangelegenheid. Hemelwater moeten we thuis allemaal rechtstreeks hergebruiken!
Alles bij elkaar valt het te betwijfelen dat er al meer dan 60% écht gezuiverd wordt. 40% van ons schijt in de beek. O ja, Nederland, Frankrijk en Duitsland zitten aan >97% werkelijke zuiveringsgraad.
40% schijt in de beek, zo simpel is het
Werk maken van die zuivering dus! Twee vliegen in één klap slaan, kan door dit te koppelen aan de inrichting van natuurgebieden in de natuurlijke overstromingsgebieden van onze waterlopen. Daardoor creëren we niet alleen noodbuffers maar boeken we vooruitgang in de moeilijke dossiers rond bosuitbreiding, biodiversiteitsbeleid en de aanleg van een grootschalig ecologisch netwerk.